Maria Jerez - No ser ni la sombra de lo que se fue. Chapter 5
Info
I consider the shadow as an internal and external movement of the body, whether it is a living, dead or inert body. A thing that is always there and that moves in contact with the intermediate bodies.
Wanneer we een schaduw zien, willen we ontdekken waar die vandaan komt. In het bijzonder wanneer er geen schaduw zou moeten zijn. Soms is de oorsprong van de schaduw niet concreet, zijn er geen lichamen in het spel. Of ontspringt de schaduw aan ons geheugen, een hallucinatie, verlangen of liefde.
Maria Jerez vergeet met No ser ni la sombra de lo que se fue. Chapter 5 (Oftewel: ‘Niet eens een schaduw van zichzelf zijn’) de eigenlijke oorsprong van de schaduw om zo te kunnen focussen op het fenomeen als een bron van beweging. Als een nieuw beeld dat niet langer alleen door een lichaam wordt gegenereerd, maar ook op zichzelf een ander lichaam is. Een lichaam dat steeds in relatie staat met licht, met de oppervlakte waarop het wordt geprojecteerd, met andere, verre lichamen. Superposities, fragmenten, vooroordelen, verspilling, afstanden, geesten…
Op die manier bevrijdt ze het beeld van het idee oorspronkelijk, compleet of essentieel te moeten zijn. Het beeld moet niet langer kiezen tussen realiteit en fictie, het moet niet langer hyperzichtbaar zijn. Elke ervaring is immers slechts een fractie van het geheel: de schaduw omarmen betekent de totaliteit loslaten. Nooit bevinden we ons op een plek van waaruit we alles kunnen overzien. Steeds blijft er een deel in de schaduw.
Het werk van Maria Jerez (1978) situeert zich tussen choreografie, film en beeldende kunst. Sinds 2004 maakt ze stukken die de relatie tussen kunst en de toeschouwer verkent als een plek waar verschillende representatiewijzen in crisis kunnen raken. In haar recentste werken stelt ze deze relatie in vraag door plekken van mogelijkheden te openen door ontmoetingen met wat we vreemd en buitenaards vinden, door de nadruk te leggen op de performativiteit van de ontmoeting als een plek van transformatie. In dit proces van transformatie huist de ‘ander’ in onszelf, waardoor de grenzen tussen het bekende en het onbekende, het object en het subject, het bezielde en het onbezielde vervagen.
