Peuterpuberteit

Peuters lijken soms zo groot en dan weer klein. Ze zijn af en toe heel dapper, dan weer overal bang voor. Ze zijn vaak lief, maar ook koppig.
Ze kunnen heel boos worden en erg actief zijn. De peuter ontwikkelt een eigen wil, een karakter en wordt een zelfstandige persoon. Vandaar
dat hij/zij alles ‘zelf’ wilt doen, de grens zoekt tussen ‘ik’ en ‘jij’ en driftbuien krijgt wanneer hij/zij iets niet krijgt of als iets niet lukt. De leeftijdsfase van 1 tot 3 jaar wordt daarom soms ‘de koppigheidsfase’ genoemd. Peuters kunnen het ouders soms erg moeilijk maken. Ze kunnen je boos of radeloos maken. Soms lijkt het alsof je kind je niet wil begrijpen en expres vervelend doet. Maar dat is niet zo.
Peuters zijn nog te klein om zich in jouw gevoelens in te leven. Hun reacties doen je soms twijfelen aan je ouderschap. Vragen als ‘heb ik het wel goed aangepakt? Ben ik een goede ouder? Is mijn kind nu stout?’ herken je misschien. In deze vorming bespreken we wat je kind doorstaat in deze periode en hoe je daarmee kunt omgaan. We bekijken hoe je grenzen kan stellen en driftbuien kan milderen, zonder de groei naar zelfstandigheid te hinderen.

Deze infosessie is voor (groot-)ouders en zorgfiguren van peuters en wordt gegeven door een pedagogisch opvoedingsconsulente van Opvoedingswinkel Maasland.