1 esprit, 4 mains
Wanneer?
Datum:
Prijs
Basistarief: Gratis
Over deze activiteit
n.a.v. een bezoek aan het atelier van Sophie Vanhomwegen, maart 2022
Ich habe alles gemacht und mich um Handschrift und Merkmal nie gekümmert (ik heb alles gedaan zonder me te bekommeren om handschrift of kenmerken) - Hannah Hoch
Kwikzilver. Zo zou je haar werk kunnen noemen. Het is moeilijk vast te grijpen en niet voor één gat te vangen. Opgeleid als nieuwe media-artieste dook Sophie Vanhomwegen stapels magazines in, om er flarden van bestaande beelden op te vissen en onvooringenomen met elkaar te combineren. Met schaar en lijmstift, liefst zonder vooropgezet plan. De beelden zelf triggeren als trouvaille de combinaties. Sommige van haar zorgvuldig ingelijste kleinoden herinneren aan het betere dada-werk, dat inmiddels een dikke eeuw meegaat. Heartfield, Schwitters, Stezaker, Hannah Hoch … ze zijn familie. Sophie exploreert er een merkwaardig vrouwbeeld mee, verknipt, uitnodigend, dikwijls bevreemdend, soms zelfs wat dreigend.
Maar wie haar wil vastpinnen als een nostalgische, esthetiserende collage-artieste, heeft het bij het verkeerde eind. Dat idioom haalde ze de laatste tijd zorgvuldig onderuit. Meticuleus samengestelde collages haalt ze door de scanner en ze gaat ze te lijf met digitale tools. Het resultaat van die ijver print ze, waardoor het beeld opnieuw een klassieke, papieren gedaante krijgt, waarin het gekleefde versleuteld wordt tot één geheel. Soms wordt dat verraderlijk schilderkunstig, zoals een koppel rode lippen door de haper van een scan de allures van uitgewreven lipstick krijgen. En wie houdt haar tegen om die afdruk nadien ook daadwerkelijk met verf te lijf te gaan? En om de sporen van al die tussenfasen opnieuw weg te wissen of blurry te maken met een nieuwe digitale laag of een vers gekleefd fragment? Met de juiste app op je toestel slaagt ze er zelfs in om lippen in beweging te zetten.
Dat fotografie, schilderkunst, of een tekening op zichzelf povere instrumenten geworden zijn om op hun eentje een versplinterde wereld te vatten, is een ingetrapte deur. De beeldenvloed via allerhande drukwerk maakte van fotografische beelden al lang inwisselbare waarheden, gemanipuleerd door keuzes, idealisering en framing. Sinds we ook digitaal door onze beeldenvloed zwemmen en software ontwikkelden om beelden te pimpen, des te meer. De lasnaden tussen leugen en werkelijkheid zijn nog nauwelijks zichtbaar. En dan hebben we het nog niet over de invloed van voorgekauwde stockbeelden, bloedeloos afgesneden van de werkelijkheid of bepaald door algoritmes. Wat schiet er meer over dan een waanzinnig informatie-wasteland, met uit hun context gerukte zichten, portretten, ledematen en plekken? En toch is er honger naar samenhang. Met lukraak geplukte resten en de juiste tools geef je het geknutselde al gauw de air van informatie. Onschuldig is dat niet altijd. Kwalijke geesten breien daar ‘fake news’ mee. Het kost al een grote portie achterdocht en het juiste doorzicht om het ‘beleefde’ en het ‘voorgestelde’ van elkaar te onderscheiden. But hey, look at the bright side … artistiek opent het ongebreidelde kansen.
Het is die grote speeltuin van fantoombeelden waar een nieuwe generatie kunstenaars naar hartenlust in experimenteren, niet langer gehinderd door idee-fixen, genres of technieken. What’s the point in being a painter, als een gevonden lichaamsdeel uit de Vogue even goed kan dienen? Wie heeft een galerie nodig als een goed gemikte post op één dag een paar honderd views oplevert? En who cares hoe een digitaal gepost beeld tot stand kwam?
Ik liet tijdens ons gesprek het woord ‘fluïde’ vallen, en Sophie raapte het graag op. De kunstige disciplines blijken eerder kaartenhuisjes dan heilige huisjes. En met die mentaliteit moet ook het geloof in de uniciteit van het kunstwerk en de kunstenaar als genie eraan. In de kleine loft van Sophie blenden leven en kunst. De sofa schuilt achter stapels werk, de eetkamer moet op het ogenblik van mijn visite wijken voor een gastvrij ontvangen Zwitserse collega-artiest, die huisraad opzij duwt voor een tentoonstelling. Sophie’s bescheiden living, in de culturele smeltkroes van Saint-Gilles, onder de schaduw van de zuidertoren, is immers even goed exporuimte.
Lucas Rollin is één van de vaste passanten: een jonge Fransman die als schilder en illustrator een drukke, fantasierijke wereld opbouwde met eigen bedachte vormen en elementen uit volks- straatcultuur en advertising. Naïef, burlesk of theatraal zijn adjectieven die hij zelf niet schuwt. Hij noemt zijn werk schommelen tussen subliem en morbide, rede en gevoel, mooi en lelijk, academisme en avant-garde. Zijn meest recente exploten nemen soms een zijweg naar lyrische abstractie en zelfs sculpturen met gerecupereerd materiaal. Zijn beeldenhonger kent weinig grenzen of taboes.
Het milde anarchisme waarmee jonge grootstedelijke kunstenaars elkaar creatief bevruchten is een verademing. Ze doet denken aan de onbevangenheid waarmee Cobra-kunstenaars in het zelfde Brussel van de jaren vijftig samenhokten en in ‘peintures partagées’ samen op één doek aan de slag gingen. Auteurschap is relatief. Een creatief proces is dikwijls gebaat bij een soort dialectiek, waarbij de beslissing van de ene kunstenaar een impuls bij de tweede uitlokken. En die optie is lang niet gek in een wereld waarin beelden allerhande worden uitgewisseld, gesampled of doorgestuurd. De kameleonhouding van Lucas Rollin maakt van hem een ideale sparringpartner voor de experimenteerdrift van Sophie. Of dat nu in een ensemble op één wand is, of met twee op één drager, maakt uiteindelijk weinig verschil. Als dubbelspelers op een tenniscourt versterken ze elkaars zoektocht.